Print

In vroegere tijden werd het oud en nieuw door verschillende groepen op verschillende tijdstippen gevierd. Zo waren er groepen die de lente zagen als het begin van het nieuwe jaar omdat de natuur overnieuw ging groeien, of ergens in Januari omdat de dagen weer langer gingen worden.

 Bij de Romeinen begon het nieuwe jaar op 1 maart, totdat Julius Caesar in 44 voor christus de juliaanse kalender invoerde. Vanaf die tijd was Nieuwjaar op 1 januari. De Romeinen offerden sindsdien op die dag aan de god Janus (waarnaar januari is genoemd) om hem mild te stemmen voor het aankomende jaar. Dit gunstig stellen van de goden ging gepaard met het offeren van veel eten, wat na de rituele door de mensen zelf werd opgegeten. Dit is terug te vinden in de overdadige maaltijden die wij nu nog met kerst en oud en nieuw opdienen. Het begin van het jaar in maart komt nog tot uiting in de namen van onze maanden september ("zevende maand"), oktober ("achtste maand"), november ("negende maand") en december ("tiende maand"), en in de schrikkeldag, die voorkomt aan het eind van de laatste maand van het jaar, februari.

De traditie van het vuurwerk komt van het gebruik om de geesten van de overledenen en de demonen te verjagen.  Dit verjagen gebeurde met veel lawaai.  

Het geven van cadeautjes en nieuwjaarsgiften aan familie en personeel was al onder de Romeinen gebruikelijk. Het vindt in Frankrijk plaats op nieuwjaarsdag, in Italië op Driekoningen, in het Verenigd Koninkrijk op Eerste kerstdag, in Duitsland op Kerstavond en in Nederland op Sinterklaas (5-6 december) en met kerst.

Op 1 januari wensen we iedereen het beste, en ontvangen we die wensen ook terug. Vroeger werd vooral geld gegeven. In de 19e eeuw liep dat uit de hand, toen men wildvreemde voorbijgangers geld probeerde af te bedelen met berijmde nieuwjaarswensen en -prenten. Schoorsteenvegers, vuilnisophalers, straatvegers, nachtwakers en lantaarnaanstekers verkochten hun beste wensen; tegenwoordig zien we dit gebruik nog terug in het sturen van kerst- en nieuwjaarskaarten, het geven en bezoeken van nieuwjaarsrecepties, en de gewoonte iedereen die men ontmoet het beste te wensen voor het nieuwe jaar.