Het makkelijkst maak je een krans door de takken die je wilt gebruiken in een lange lijn te leggen met een flinke overlapping. Ongeveer op de helft van de eerste tak begint de tweede tak. Houd rekening met de besjes of andere mooie dingen die je wilt laten zien. Dan ga je deze lijn takken omwikkelen met ijzerdraad. Niet te dicht op elkaar ongeveer met 2 cm afstand.

 

Let op dat je zoveel mogelijk tussen de bladeren en appeltjes of besjes gaat met het ijzerdraad. Is de hele lijn omwikkeld dan buig je deze tot een krans of een ster of een hart of wat dan ook. Er zullen dan waarschijnlijk wat takken uitsteken. Als het dikke takken zijn kun je ze afknippen want deze gaan er alleen maar voor zorgen dat de vorm niet vloeiend gaat zijn. De dunnere takken kun je nog wat door de andere takken en ijzerdraad heen vlechten. Heb je nog plekken die niet mooi zijn geworden, bind daar dan nog een plukje of trosje bij in.

Als de krans te zwaar of te groot is kun je deze het beste vastbinden aan een stevigere krans. Dan houdt het beter zijn vorm. De kleinere kransjes op de foto zijn stevig en licht genoeg om op te hangen of ergens neer te leggen. Bij appeltje of besjes af en toe even bespuiten en je hebt er heel lang plezier van.