Het maken van kaarsen is een erg leuke activiteit op een regenachtig of koud moment. Het duurt een tijdje voor het allemaal klaar is, maar dan heb je ook erg leuke kaarsjes gemaakt. Spaar overblijfselen van kaarsen. Je kunt het natuurlijk ook met nieuwe kaarsen doen. Zorg dat je verschillende kleurtjes hebt en kleine glazen potjes. Potjes van babyvoeding of van mais zijn erg geschikt. Je hebt verder katoen nodig en een wasknijper. Je smelt het kaarsenvet in een pannetje.  

 

 Zet eerst alles klaar.

Bedenk met welke kleur je wilt beginnen. Zet de pan op een gemiddeld hoog vuur. Het kaarsenvet veranderd wat van kleur en samenstelling en wordt uiteindelijk doorzichtig en waterig. 

Knip van het katoen touwtjes die je in een wasknijper klemt. Leg de wasknijper op het potje en laat het katoen tot op de bodem hangen. Zorg dat het lontje zoveel mogelijk in het midden hangt. Om het lontje straks goed te laten branden moet het vol met kaarsenvet zitten. Giet het kaarsenvet steeds tegen het lontje aan. Niet over de wasknijper. Op de fotos zit het blauwe kaarsenvet erin. Per cm duurt het ongeveer 15 minuten om te drogen. Neem die tijd ook anders mengen de kleuren zich. De buitenkant wordt eerst hard. Controleer dan nog even voor de zekerheid of de binnenkant ook hard is.

Als de laag weer hard is, smelt je de volgende kleur en die giet je er weer overheen.

Knip het lontje op ongeveer 2 cm van de bovenkant van de kaars af en je hebt een erg leuk resultaat.